Bidt dat deze cursusavond ook weer mag bijdragen aan de verdieping van ons discipel zijn van Jezus.
Categorie archief: 06. Leven in relatie – in jouw netwerk
6.2 Jouw rugzak
Als je naar je opvoeding, je opleiding en invloedrijke mensen in jouw leven kijkt:
wat heb je dan in je rugzak meegenomen
aan waardevolle dingen
of zware of lastige zaken / vragen?
6.3 Introductie
Wat spreekt je wel of niet aan in het voorbeeld van het leven als sinaasappel of perzik?
6.4 Op je gemak of in ballingschap?
Uitleg over context brief in Jer 29
Lezen: Jeremia 29: 1-14
Gespreksvragen
- Vind je ballingschap een goed beeld voor je ervaring hoe je in dit leven staat?
- Hoe zou een christen zich moeten voelen?
In de brief lees je dat de mensen in ballingschap niet bij de pakken neer moeten zitten, maar de vrede, het heil, het geluk van de stad moeten zoeken en moeten bidden.
- Hoe kun jij dat vertalen naar jouw situatie?
6.5 Jouw plaats in jouw netwerk
Lees Mat 5: 13-16
Breng je omgeving in kaart met de netwerkcirkel of in A3 (in link ‘Omgeving’ hieronder): familie, werk, studie, buren, kerk: waar zou je de mensen uit jouw netwerk plaatsen?

Waar / bij wie ben je thuis of vreemd in geestelijk opzicht?
Ben je daar zout, getuige in woord of daad of niet?
6.6 Anders?
Gespreksvragen:
- Waarin ben jij anders dan niet-christenen?
- Zeggen anderen wel eens iets over je dat je ergens anders in bent of kiest?
- Wat zijn bij jouw twee belangrijke woorden als het om christelijk geloof gaat?
- Kun je daar een persoonlijk verhaal bij vertellen?
6.7 Afsluiting
Ronde 1: Schrijf een bemoediging of opmerking op een blad van de anderen
Ronde 2: Bid bij het blad van de anderen
Heer,
maak mij tot instrument van uw vrede:
laat mij liefde brengen waar haat is,
eenheid waar mensen verdeeld zijn,
vergiffenis aan mensen die zwak zijn,
laat mij hoop geven aan wie niet meer hoopt,
geloof aan wie twijfelt;
laat mij licht brengen waar het duister is
en vreugde waar mensen bedroefd zijn.
Heer, help mij
niet zozeer om zelf gelukkig te zijn
als anderen gelukkig te maken;
niet zozeer om zelf begrepen te worden
als anderen te begrijpen;
niet zozeer om zelf getroost te worden
als anderen te troosten;
niet zozeer om bemind te worden
als te beminnen;
want als ik geef, zal mij gegeven worden,
als ik vergeef, zal mij vergeven worden,
als ik sterf, zal ik voor eeuwig leven.